
De blik naar buiten
Wie dit blog leest, focust een tijdje op mijn woorden (extern), maar wordt dan afgeleid door een gedachte aan wat je later die dag nog moet doen (intern). Je kijkt op de klok (extern) en bedenkt wat je straks gaat koken (intern). Je vraagt je misschien af of dit nog wel een interessant blog wordt (intern) en kijkt dan even rond in de kamer (extern). En realiseert je dat je aandacht zich verplaatst, zoals ik nu beschrijf (intern) en zo gaat het de hele dag door.
We verschuiven voortdurend onze aandacht van de externe objectieve wereld van mensen, dingen en gebeurtenissen naar de interne wereld van gedachten, beelden en gevoelens. De overgang van de ene naar de andere wereld gebeurt vaak ongemerkt. Omdat we maar een beperkte aandacht hebben, moeten we die niet te veel op onze innerlijke wereld richten, schrijft psycholoog Mark Leary in The Curse of the Self (2004). In de Westerse wereld worden we aangemoedigd om dat juist wel te doen. Kijk om je heen: iedereen is bezig om zichzelf te verbeteren, egoïstische doelen te stellen en het gevoel van eigenwaarde te versterken.
We zijn bezig met onszelf, terwijl het de kunst is om in evenwicht te zijn met die twee werelden. Ook ik. Sinds de pubertijd ben ik op zoek naar mijzelf. Ik las zelfhulpboeken, ging in therapie, hield praatsessies met vriendinnen. In de jaren tachtig las ik Het drama van het begaafde kind van psychologe Alice Miller en leerde dat kinderen er vaak alles aan doen om aan het ideaalbeeld van de ouders te voldoen, en dat narcistische krenkingen in de jeugd verantwoordelijk zijn voor latere gevoelens van depressie.
Aha, dus ik voelde me zo ellendig omdat mijn ouders mij niet met de ‘gouden zorg’ omringden, die Alice Miller nodig achtte voor een gezonde ontwikkeling. Wat een opluchting, eindelijk had ik een verklaring. Het lag niet aan mij, ik was niet overgevoelig, ik hoefde alleen maar op zoek te gaan naar mijn ‘ware zelf’ omdat ik mijn ‘ware gevoelens’ als kind moest onderdrukken uit angst voor afwijzing.
Later begreep ik dat je ouders de schuld geven voor je huidige problemen eerder slachtoffergedrag uitlokt, en dat je beter kunt accepteren dat ouders ook maar wat aanrommellen en je zelf verantwoordelijkheid voor je leven moet nemen. Bovendien leek een hele generatie vrouwen met mij zich te herkennen in Het drama van het begaafde kind. Ging het dan wel echt over mij of hebben we hier te maken met het horoscoopeffect? Waarbij een zin als ‘Je wilt graag dat anderen je aardig vinden en bewonderen, maar bent ook geneigd tot zelfkritiek,’ een rake typerende opmerking lijkt voor mij, terwijl in feite iedereen zich in deze uitspraak herkent.
Lezend in praktische gidsen voor het ontwikkelen van meer zelfvertrouwen en verminderen van angst, zoals Ruimte voor jezelf, werd mijn domein groter, en was er minder plek voor anderen. Het was dus niet mijn ‘ware zelf’ dat in contact met anderen roept: ‘Je bent dom’. Of als ik een fout maak snerpt: ‘Eigenlijk kun je niks, straks word je ontmaskerd.’
Van wie is die stem dan en waarom kon hij zijn mond niet houden? In therapie leerde ik dat die stem mijn kleine ego was dat zo hard riep om geruststelling, of er als de kippen bij was om mijn zelfbeeld af te kraken. Als onzekere tobber was ik net zoveel met mezelf bezig als mensen met een groot ego die het nodig hebben hardop over zichzelf te roepen hoe goed ze zijn.
Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik in die tijd eigenlijk ook narcistisch was. Ik was een verborgen narcist. In de kern is het onderliggende probleem bij beide ego’s hetzelfde, allebei zijn ze van binnen erg bezig met de vraag of ze wel goed genoeg zijn, en hun kwetsbare ego is niet zo goed bestand tegen kritiek en afwijzing. Maar wie heeft een ego dat ongevoelig is voor afwijzing?
Snuffelend tussen de boekenstalletjes in de Oudemanhuispoort stuit ik op De weg naar flow. In deze klassieker betoogt psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi ook dat we beter niet te diep over onszelf nadenken. Flow is een staat van gefocuste aandacht, waarin we ons sterk, springlevend en helder voelen, alsof we worden meegevoerd door een rivier waarin onze handelingen schijnbaar soepel en moeiteloos stromen.
Oefening:
Probeer eens een tijdje de blik naar buiten te richten, niet denken maar doen. We zijn juist het gelukkigst als we onszelf vergeten en helemaal opgaan in wat we doen. Je denkt niet meer aan problemen, vergeet de tijd en verliest jezelf in de handeling. We zijn ons niet meer bewust van onszelf, omdat we staan te swingen op de dansvloer, verdiept zijn in een boeiende roman, echt luisteren naar de ander of hardlopen in het bos.
Recente reacties