
Wie is de kapitein deel 2
In rustig vaarwater peddelen we in harmonie over de rivier. Ik zit in een kajak met mijn zoon, die ik tot kapitein heb gebombardeerd en mijn dochter van negen. (Lees Wie is de kapitein, deel 1). Bij de volgende bocht verschijnen plotseling de enorme steunberen van de Pont du Gard. Tientallen kajaks varen er naar toe. Als we onder het Romeinse aquaduct door zijn gevaren komen we weer in een stroomversnelling terecht. Het smaragdgroene water verandert in een witte bruisende stroom. Voor ons zien we twee kajaks tegen de rotsen slaan. Het water klinkt nu oorverdovend.
‘Kijk waar de andere kajaks door de stroomversnelling varen. Hou links aan,’ roept mijn dochter.
Het water stroomt steeds sneller.
‘Alleen bijsturen, verder niets doen,’ zegt ze. De stroomversnelling komt heel dichtbij. We moeten er doorheen, er zijn geen uitwijkmogelijkheden.
‘Bemoei je er niet mee,’ zegt haar broer. ‘We gaan rechts erlangs.’
‘Nee, zo moet het niet,’ roept ze.
Het massieve grijze rotsblok komt steeds dichterbij. We varen er in een noodvaart tegenaan. Beduusd blijf ik even heel stil zitten. Even later knalt een groene kajak tegen onze boot aan.
‘Entschuldigung.’
Mijn dochter stapt uit de kajak, zet haar handen in haar zij en gaat te keer tegen het Duitse echtpaar.
‘Rustig maar meisje, er is niks aan de hand,’ zegt de vriendelijke bebaarde man in zijn beste Nederlands.
‘Niks aan de hand,’ schreeuwt ze. ‘Jullie varen tegen onze boot aan.’
Ik kijk het echtpaar verontschuldigend aan. Ze keren hun kajak en varen er snel vandoor.
‘Nu ga ik op het achterste bankje zitten,’ zegt ze eisend. Ze trekt aan haar broers arm, maar die wil zijn rol niet zo maar opgeven.
‘Je moest er links langs, dat zei ik toch,’ zegt ze. ‘Kijk dan hoe die andere kajaks gaan.’ En alweer moeten we toegeven dat ze gelijk heeft.
Zuchtend staat hij op en schuift een plekje door. Haar navigatievaardigheden dwingen respect af.
Uit antropologisch onderzoek naar jager-verzamelaar-samenlevingen blijkt dat beslissingen over de hele stam vrijwel altijd op basis van consensus werden gemaakt. Onze eigen natuurlijke context als mens is de savanne van Afrika.
Een groep oermensen die op mammoets ging jagen had hoogstwaarschijnlijk een leider. Jacht op groot wild vergt meer samenwerking, dan is het goed dat iemand de leiding neemt. Maar wanneer de oermensen later bij het kampvuur zitten te eten is dit leiderschap niet meer relevant. Leiderschap werd toegekend op basis van vaardigheden en context. Een effectief leider coördineert en faciliteert, en deelt zeker geen bevelen uit.
Hoe herken je natuurlijk leiderschap? Zet een paar mensen in een groepje bij elkaar en geef ze een taak. Binnen vijf minuten is duidelijk wie de leider is. Als het goed is, degene met de meeste vaardigheden voor die taak. Leiderschap is van nature een sociale functie en dient de groep.
Recente reacties