Een avondje op mijn iPad voelt na afloop hetzelfde als een chocoladepaashaas in een keer opeten. Als je het doet is het lekker, maar achteraf heb je spijt.
Waarom kan ik die iPad niet links laten liggen? Ik wil er alleen even de krant op lezen, maar leg dan automatisch nog even een wordfeudje, speel een steentje rummikub tegen mijn nicht, bekijkt Trendr.nl voor het nieuws van het afgelopen uur, check Facebook op leuke berichtjes voor mijn werk, droom weg bij de nieuwste Printerestfoto’s van Nature lovers, verbaas me op Instragram over de foto’s van Kanye West en zijn vrouw. Maar al die oppervlakkige activiteiten geven me na afloop geen goed gevoel. Ik voel eerder een beetje afkeer van mezelf: heb ik alweer de tijd weg laten lekken met niets doen. Dan kan ik beter echt niets doen, gewoon op de bank wat voor me uit staren, zodat mijn brein vanzelf in de dagdroomstand gaat staan.
Reflecteert mijn verlangen naar wandelen en alleentijd, mijn behoefte aan diep geconcentreerd kunnen lezen, denken en schrijven? Wie zich kan overgeven aan een staat van concentratie, zonder afleiding, brengt zijn cognitieve capaciteiten tot het uiterste, ontdekte wetenschapper Cal Newport. Hij probeert zelf alle afleiding buiten de deur te houden. Maar ieder moet zelf een ritme vinden in diep nadenken, schrijft hij in Deep Work. Je kunt periodes inroosteren om super geconcentreerd te werken, of leren om snel in een diepe concentratie te komen. Of zoals hij deed, stoppen met alle sociale media.
Vandaag begin ik met een experiment. Als ik vrij ben ga ik alleen nog de krant lezen op de iPad, maximaal vijftien minuten per dag een wordfeudje leggen. Als ik werk, studeer of schrijf, ga ik in blokken werken van diepe concentratie afgewisseld met korte periodes van mail afhandelen of overleg.
Ik ben benieuwd wat dit nieuwe levensritme mij gaat brengen. Gaat dat lukken in een wereld waar ik continue wordt afgeleid?