06 41 86 75 01 oda@rewildyourself.nl
Wie is de kapitein deel 2

Wie is de kapitein deel 2

In rustig vaarwater peddelen we in harmonie over de rivier. Ik zit in een kajak met mijn zoon, die ik tot kapitein heb gebombardeerd en mijn dochter van negen. (Lees Wie is de kapitein, deel 1). Bij de volgende bocht verschijnen plotseling de enorme steunberen van de Pont du Gard. Tientallen kajaks varen er naar toe. Als we onder het Romeinse aquaduct door zijn gevaren komen we weer in een stroomversnelling terecht. Het smaragdgroene water verandert in een witte bruisende stroom. Voor ons zien we twee kajaks tegen de rotsen slaan. Het water klinkt nu oorverdovend.
‘Kijk waar de andere kajaks door de stroomversnelling varen. Hou links aan,’ roept mijn dochter.
Het water stroomt steeds sneller.

‘Alleen bijsturen, verder niets doen,’ zegt ze. De stroomversnelling komt heel dichtbij. We moeten er doorheen, er zijn geen uitwijkmogelijkheden.
‘Bemoei je er niet mee,’ zegt haar broer. ‘We gaan rechts erlangs.’
‘Nee, zo moet het niet,’ roept ze.
Het massieve grijze rotsblok komt steeds dichterbij. We varen er in een noodvaart tegenaan. Beduusd blijf ik even heel stil zitten. Even later knalt een groene kajak tegen onze boot aan.
‘Entschuldigung.’

Mijn dochter stapt uit de kajak, zet haar handen in haar zij en gaat te keer tegen het Duitse echtpaar.
‘Rustig maar meisje, er is niks aan de hand,’ zegt de vriendelijke bebaarde man in zijn beste Nederlands.
‘Niks aan de hand,’ schreeuwt ze. ‘Jullie varen tegen onze boot aan.’
Ik kijk het echtpaar verontschuldigend aan. Ze keren hun kajak en varen er snel vandoor.

‘Nu ga ik op het achterste bankje zitten,’ zegt ze eisend. Ze trekt aan haar broers arm, maar die wil zijn rol niet zo maar opgeven.
‘Je moest er links langs, dat zei ik toch,’ zegt ze. ‘Kijk dan hoe die andere kajaks gaan.’ En alweer moeten we toegeven dat ze gelijk heeft.
Zuchtend staat hij op en schuift een plekje door. Haar navigatievaardigheden dwingen respect af.

Uit antropologisch onderzoek naar jager-verzamelaar-samenlevingen blijkt dat beslissingen over de hele stam vrijwel altijd op basis van consensus werden gemaakt. Onze eigen natuurlijke context als mens is de savanne van Afrika.

 

Een groep oermensen die op mammoets ging jagen had hoogstwaarschijnlijk een leider. Jacht op groot wild vergt meer samenwerking, dan is het goed dat iemand de leiding neemt. Maar wanneer de oermensen later bij het kampvuur zitten te eten is dit leiderschap niet meer relevant. Leiderschap werd toegekend op basis van vaardigheden en context. Een effectief leider coördineert en faciliteert, en deelt zeker geen bevelen uit. 

 Hoe herken je natuurlijk leiderschap? Zet een paar mensen in een groepje bij elkaar en geef ze een taak. Binnen vijf minuten is duidelijk wie de leider is. Als het goed is, degene met de meeste vaardigheden voor die taak. Leiderschap is van nature een sociale functie en dient de groep. 

oda@rewildyourself.nl

 

Wie is de kapitein?

Wie is de kapitein?

De knaloranje kajak wankelt als ik instap. Straks slaat het bootje om en smakt mijn hoofd tegen de rotsen. Rustig ademhalen. Zit mijn reddingsvest goed vast? Een frisse bries waait over het water, het is nog vroeg in de ochtend. De rivier ligt in een diepe kloof, aan weerskanten rijst het gebergte hoog op. Op de folders van de Pont du Gard zagen de kajaks er heel verleidelijk uit.
‘Jij bent de kapitein,’ zeg ik tegen mijn puberzoon en ga op het middelste bankje zitten. Hij knikt en neemt opgetogen op het achterste bankje plaats.
‘Wat ben ik dan?’ vraagt mijn negenjarige dochter.
‘De scheepsjongen, uit De scheepsjongens van Bontekoe.’

Ze knikt tevreden en gaat met haar kleine peddel voorin zitten.
‘O ja, de jongen Padde, die op het schip in slaap is gevallen en per ongeluk meevaart. Wat moet ik doen?’
‘De kapitein is de baas en zegt aan welke kant we moeten peddelen. Wij doen wat de kapitein zegt.’
‘Nee, ik wil zelf beslissen waar ik heenga,’ zegt ze en tuit haar lippen.
‘Aan boord van een schip is er één kapitein,’ zeg ik.
‘Dit is een kajak, en ik wil ook de kapitein zijn.’
‘Luister, we zijn nu een team. Als je samen in een boot zit, kan er maar een de kapitein zijn. Die is verantwoordelijk en neemt de beslissingen.’

Ze staart een poosje voor zich uit en volgt dan tegenstribbelend of niet de orders van de kapitein op. Nu eens rechts, dan weer links peddelend glijden we door het water, het heeft een opvallend groenblauwe kleur. Een modderachtige geur stijgt op. De kalkstenen bergen lichten op sommige plekken helwit op in de zon. Op andere plaatsen zijn de rotswanden dichtbegroeid met struiken. De schouders van de kapitein lijken iets breder, hij klemt zijn zonnebril vaster op zijn neus, steekt zijn kin iets meer naar voren.

Veel te snel naderen we de eerste stroomversnelling. Is dit moeilijkheidsklasse één? Het ziet er heftig uit. Zie je wel, dit is niks voor mij. Kan dat bange ego zijn mond even houden? Op welk punt moeten we erdoor? We varen precies op een plek af waar het water heftig tekeer gaat. Daar zit een rots. Hoe weet ik dat? Intuïtie? Als puber heb ik veel gezeild. Ik klem mijn lippen op elkaar, nee niet mee bemoeien.

We knallen tegen de rots op, maken een looping met de kajak, mijn hart klopt in mijn keel.
‘Mam, we moeten omdraaien,’ roept de kapitein.
‘Ja, goed.’
‘Wat moeten we doen?’ brult hij nu.
Ik kijk achterom, we varen in volle snelheid op een omgevallen boom af.

‘Peddels rechtop in het water,’ roept zijn zusje. ‘Aan de linkerkant. Nu!’
Als bij toverslag draait de kajak een halve cirkel, een golf water slaat over de boot heen. Hij blijft overeind en we varen keurig om de boomstam heen. Hoe wist ze dat? Eindelijk komen we in rustiger vaarwater terecht. Een gevoel van geluk stroomt door me heen.
‘Goed werk team,’ roep ik.
De rivier kronkelt verder, we varen onder laaghangende bomen door. Tegen de rots kleven twee bergbeklimmers. Het water klotst zachtjes tegen de boot, de zon verwarmt mijn gezicht. Met trage bewegingen slaan we de peddels in het water. Langzaam kom ik tot rust. (wordt vervolgd)

Wat is jouw natuurlijke plek in een team? Stap deze zomer met je familie of vrienden in een kajak en ervaar wat er gebeurt.

 

Zo kun je als hooggevoelige omgaan met stress

Zo kun je als hooggevoelige omgaan met stress

Seks en fijne zintuiglijke ervaringen zijn de beste remedie tegen stress, schrijft expert hooggevoeligheid Susan Marletta Hart in Hooggevoeligheid en stress. Ze legt helder uit waarom dat zo is.

Ons lichaam heeft twee systemen, schrijft Marletta Hart. Een om je actief te maken, het orthosympathische zenuwstelsel en een om tot rust te komen, het parasympathische zenuwstelsel. Het orthosympathische zenuwstelsel gaat vanzelf aan, het is ons gaspedaal zeg maar. We vinden het lekker om dat pedaal nog eens extra in te drukken, het maakt ons alert, we krijgen veel dingen af. Onze leidinggevenden zijn er ook blij mee, we zijn harde werkers die de hele dag (en avond en in het weekend) doorgaan. Het is ook fijn als je veel afkrijgt.

De keerzijde is dat we zo te weinig aandacht geven aan ons parasympathische zenuwstelsel, ons rempedaal. Het rempedaal geeft rust, ontspanning, lust, waardoor fijne hormonen vrijkomen zoals het knuffelhormoon oxytocine, de geluksstofjes serotonine en endorfine en het slaaphormoon melatonine. Het rempedaal zorgt voor allerlei belangrijke herstelwerkzaamheden in ons lichaam, het zorgt ervoor dat ons lichaam en onze geest herstelt en tot rust komt.

Het parasympathische zenuwstelsel komt tot rust door fijne zintuigelijke informatie, de geur van dennenbomen, fractalen in de natuur, kunst, muziek, massage, seks, van alle dingen waar we van genieten. Alle prikkels die we graag horen, zien, proeven, voelen, ervaren en ruiken.

Waarom hebben hooggevoelige mensen meer last van stress?
Ongeveer 30% van de mensen is hooggevoelig (40% is gemiddeld en 30% minder gevoelig). Bij gevoelige mensen komt zintuiglijke informatie sterker binnen, ze ervaren meer werkdruk, voelen zich vaak erg verantwoordelijk voor werk en gezin, waardoor ze gevangen blijven in orthosympathisch gedrag: nog scherpere deadlines stellen, nog meer doen in minder tijd, alles moet nog even af, weekenden worden volgepland, uitputtende reizen moeten worden gemaakt, ’s avonds en in het weekend doorwerken. Zo zijn velen in de ban geraakt van activiteit en adrenaline. Er is geen tijd voor herstel. Er moet nog te veel, dat is het nieuwe levensritme geworden.

Gevaar, vaak een bedreigd gevoel
Hooggevoelige personen krijgen sneller bericht van hun lichaam dat ze in gevaar zijn, daarom lijkt alles snel te veel. Wie niet herstelt, kan chronische stress gaan ervaren, je lichaam en geest signaleren continue een gevoel van onveiligheid, en elke situatie komt onbetrouwbaar over. In zo’n overprikkelt lijf kun je bijna niet meer van gewone dingen genieten. De kans op een burn-out ligt op de loer.

Wat kun je wel doen?
Voor degenen die zich machteloos overgeleverd voelen aan stress is er goed nieuws. We kunnen zelf actief op het rempedaal gaan staan, waardoor je je zenuwstelsel tijd geeft om alle indrukken te verwerken. Wie hooggevoelig is, floreert het beste in een omgeving die past bij zijn behoeften, dus geen kantoortuinen, veel geluiden, aircopanden. Wel stilte en rust creëren, dingen in je eigen tempo doen, genieten van schoonheid en kunst.

Het vraagt echter moed om uit de moraal van constant hard werken te stappen. Om je niet iets aan te trekken van blikken van collega’s als je pauze neemt, of in de pauze naar buiten gaat in plaats van de verplichte gezamenlijke kantinelunch. Maar probeer het een tijdje uit.

Sta jezelf deze zomer toe om eens lekker te luieren en te niksen. Voor het slapengaan een avondwandeling te maken in de natuur, seks en massages, tuinieren, vissen of mediteren. In plaats van weer de hoogste berg te beklimmen, drie musea op een dag te bezoeken of op je werk en thuis een slag in de rondte werken. Wat gebeurt er met jou als je vaker op het rempedaal gaat staan?

Spreekt dit je aan of wil je meer informatie? Dan help ik je hier graag verder mee.

Stuur me een persoonlijk bericht

Of neem een kijkje bij de training stress en hooggevoeligheid

Meer lezen? Susan Marletta Hart – Hooggevoeligheid en stress, Uitgeverij Ten Have, 2017

Hoe goed werkt jouw lichaam als kompas?

Hoe goed werkt jouw lichaam als kompas?

‘We gaan zo een oefening doen om je lichaam te leren gebruiken als kompas. Soms heb je geen bereik, misschien ben je bang om te verdwalen of je wilt gewoon lekker door het bos banjeren zonder uitgestippelde route, dan is het handig als je je kunt oriënteren met je zintuigen.’
We zitten in een kring rond de vuurschaal. Deze oefening is mijn bijdrage aan de bonte avond tijdens ons jaarlijkse familieweekend in een blokhut in de bossen van Ommen.
‘Denk even na en als ik tot drie tel wijzen jullie aan waar je denkt dat het oosten ligt. Een, twee, drie.’

Alle vingers wijzen een andere richting op. Ik had ter voorbereiding het kompas gecheckt, zonder zon vind ik het lastig me te oriënteren. Alleen mijn nichtje Siena wijst exact de goede kant op. Haar vader, een gps-expert die nog nooit verdwaald is, lacht trots – ook al wijst zijn vinger nu toch echt naar het westen.

‘Hoe wist je dat daar het oosten ligt?’ vraag ik.
‘De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Ik zag gisteren de zon daar ondergaan,’ zegt ze met een grijns.

‘Goed, sluit nu je ogen, zeg wat je hoort en probeer aan te wijzen waar het geluid vandaan komt.’
‘Het ruizen van de bomen.’ ‘Knapperen van het vuur.’ ‘De alarmbellen van de spoorwegovergang.’  ‘Een koekoek.’ ‘Vrolijke vogelgeluiden.’
‘Geluiden helpen je om je te oriënteren waar je bent,’ vertel ik. ‘Wandel nu in stilte met me mee. Zeg alleen iets als je wat ruikt, hoort of iets opvallends ziet of voelt. Stel al je zintuigen open.’

We lopen door de zandkuil, langs het vennetje omringd door dennen, linden en eiken. We ruiken de rottende geur van het stilstaande water, dennen en hars. We horen zoemende muggen, vogels en een trein. Bovenop de zandheuvel verdeel ik de groep in drieën en vraag:
‘Stel je bent een vogel en je zag ons net wandelen van de Blokhut naar deze plek, wat heb je gezien onderweg? Wil je dat hier in het zand tekenen, je mag allerlei materialen gebruiken, stokjes, gras dennenappels.’

Even later bewonderen we elkaars plattegronden. De ene groep heeft een plat perspectief met een tekening van de blokhut, het water en de bomen. De andere groep heeft met stokjes de contouren van de blokhut, het water en de bomen getekend. De derde groep maakt een driedimensionale kaart met een zandkasteel voor de blokhut en de zandkuil. Drie houtjes symboliseren de driepootvuurschaal, dikke stokken staan rechtop in het zand, bedekt met gras en staan voor het bos.

‘Nu gaan we naar de laatste opdracht. Wie wil zo met een blinddoek voor teruglopen naar de Blokhut? Ik ga jullie eerst desoriënteren, daarna probeer je de weg te vinden.’
De helft wil meedoen de andere helft begeleidt de blinden en let op dat ze niet van het duin vallen of in het vennetje terechtkomen. Mijn nichtje Lucca pakt een grote stok en wandelt voortvarend met de stok zwiepend voor zich uit richting de Blokhut. Een ander wandelt arm in arm met de blindenbegeleider. Siena gaat haaks op de berg staan en schuift met haar voeten door het zand naar beneden. Weer een ander houdt zijn handen naar voren. Intuïtief volgt ieder een eigen strategie om rechtstreeks of via een omweg bij de Blokhut te komen.

‘Hoe is het jullie gelukt de weg te vinden met je lichaam?’ vraag ik als we weer rond het vuur zitten.
‘Ik luisterde naar de geluiden van de anderen, zo wist ik waar ik naartoe moest, zegt Siena’
‘Ik rook het vuur,’ zegt Lucca die als een van de eersten arriveerden.
‘Ik voelde waar mijn begeleider heen wilde.’
‘Ik kwam op het gras en wist dat we alleen op zand hadden gelopen.’
‘Ik vertrouwde erop dat de anderen de weg zouden weten en volgde hun stemmen,’ zegt mijn neefje.

Hoe goed werkt jouw lichaam als kompas? Vertrouw jij op de kennis van anderen, volg je het bewegwijzerde pad of kun je ook de weg vinden in het donker of zonder GPS

Wie durft te verdwalen,
vindt nieuwe wegen
// Erasmus

oda@rewildyourself.nl