06 41 86 75 01 oda@rewildyourself.nl
Je coachee blijft maar praten. Wat nu?

Je coachee blijft maar praten. Wat nu?

‘Ik loop helemaal vast met mijn coachee P,’ zegt wandelcoach Laura. ‘P klaagt over haar leidinggevende die verkeerde besluiten neemt en haar partner die haar niet ondersteunt. Zij hebben de schuld van haar overbelasting. Ze kijkt daarbij zo verontwaardigd, dat irriteert me maar maakt me ook bang. Straks is ze ook niet tevreden over mij. Hoe kan ik haar aandeel in de situatie laten zien?’

Herkenbaar? Wat doe je als je coachee niet in beweging komt en maar blijven praten over problemen? Hoe breng je het proces weer in beweging als je merkt dat je vastzit?

Oda Salomons is wandelcoach, psycholoog en trainer en geeft voor Het Coachbureau de verdiepende training ‘Wandelcoaching bij Tegenwind’, waarin je leert hoe jij als wandelcoach met lastige ‘tegenwind’ in je coaching vruchtbaar kunt omgaan. Je leert de kracht van contact houden in de lastigste coachsituaties. En je coachee neemt daadwerkelijk stappen die hem of haar verder brengen.

Wanneer het spannend wordt in het contact kiezen we vaak voor de kortste uitweg. We willen de ander helpen en we willen vooral ook van de spanning af. Toch kunnen we dan de verbinding met de ander verliezen. Hoe komt dat? En wat kun je doen als wandelcoach? Oda kijkt met je naar de 4 niveaus van luisteren, een verhelderend model ontwikkeld door Otto Scharmer.

Automatisch luisteren
Ons brein werkt zo: als iemand een verhaal vertelt, vult je brein al snel de lacunes in. We kleuren met onze associaties en beelden uit onze eigen geschiedenis het verhaal van de ander in. Zo maken we ons eigen verhaal in plaats van het verhaal van de ander te begrijpen. Dat is heel gewoon en zo leven we meestal vreedzaam langs elkaar heen. In een goede sfeer neemt de ander je oordelen, meningen, adviezen, interpretaties en analyses van je automatische luisteren voor lief.

Maar het lastige is dat we dit bij spanning en stress in de relatie dit ook doen. Zo’n luisterhouding staat haaks op twee belangrijke coachcompetenties die goed zijn om te ontwikkelen: luisteren zonder oordeel en present zijn. Kijk mee naar de andere niveaus van luisteren.

Feitelijk luisteren
Feitelijk luisteren is de tweede manier van luisteren. Hier zet je het raam open voor het perspectief van de ander. Je bent dan met je aandacht volledig bij het inhoudelijke verhaal van je coachee. De ander vindt dat heel fijn. Want wanneer is iemand er écht helemaal voor je? Als coach ben je met je lichaamshouding toegewend naar de ander.
Wandelcoaches die ik spreek merken dat ze op deze manier vaak luisteren tijdens een kennismakingsgesprek. Deze manier van luisteren helpt heel goed om feiten boven tafel te krijgen. Wanneer je empathisch gaat luisteren (de derde manier van luisteren), ga je al snel richting coachen.

Met Empathisch luisteren luister je naar wát iemand zegt en je luistert naar hóe je coachee zijn of haar verhaal vertelt. Je verplaatst je in de gedachte- en gevoelswereld van de ander en probeert te begrijpen wat hij/zij denkt en voelt. Je kijkt vanuit de ander naar zijn situatie kijken en laat je eigen mening even los. Niet gemakkelijk hoor, maar als het lukt staan je zintuigen wagenwijd open en hoor je dat al die informatie iets vertelt over de ander. Inclusief alle uitgesproken en niet-uitgesproken energie en emoties. Door deze manier van luisteren geef je de ander psychologisch de ruimte.

Embodied luisteren – de wereld met nieuwe ogen bekijken
De meest vernieuwende vorm van luisteren brengt je in contact met wat er werkelijk speelt in de situatie. Je komt in een veld van intens gewaar zijn, een ervaring die moeilijk te verwoorden is. Onze gedachten, emoties, ons ego en onze persoonlijkheid zijn niet meer op de voorgrond en maken plaats voor het afstemmen op de wijsheid. Je luistert met je hele lichaam en je bent helemaal aanwezig in dit moment.

Als je belichaamd aanwezig bent, ervaar je fysiek dat je onderdeel uitmaak van een groter geheel. Net zoals we in de natuur ervaren dat we onderdeel uitmaken van een groter geheel zijn we nu ook niet ‘mensjes’ die van alles voor elkaar proberen te krijgen. Maar we zijn present, onze zintuigen staan open en als wandelcoach (en dat geldt ook voor je coachee) voel je je ruimer en kun je vertrouwen op je kracht. ‘Zijn’ in verbinding met de natuur draagt daaraan bij.
Embodied luisteren, luisteren met je hele lichaam, en met al je zintuigen, opent ruimte voor nieuwe mogelijkheden.

Welke natuurbeelden ontstaan?
Ik laat Laura in de coaching de vier niveaus van luisteren ervaren. Als ik luister vanuit het vierde niveau, en verbinding maak met een open mind, een open hart en een open wil, merken we beiden de ruimte die het geeft. Ik vraag Laura welke natuurbeelden in haar opkomen. Laura beschrijft een stevige berg waar de wind hard omheen waait, een wervelstorm.
Laura: ‘Als ik met mijn aandacht naar de wervelstorm ga, is er veel ruis, een kritische stem, angst, irritatie. Door te schakelen naar mijn rust en kalmte, naar mijn onwankelbare berg, voel ik vertrouwen om vanuit oprechte nieuwsgierigheid mijn coachee te begeleiden, ontdaan van ruis.’

Laura realiseert zich dat ze vooral bezig was met oplossingen bedenken voor zichzelf en haar coachee. ‘Ik moest haar redden en ook mezelf. Ik voelde me een opgejaagd dier die steeds meer uit de kast moest halen om mezelf als coach te bewijzen. Nu zie ik dat de oplossing is juist stil te staan, te vertragen, mij verbinden met mijn stevige berg op momenten dat de wind hard om de top waait, en vandaar uit te luisteren.’

Nieuwe breinpaden van luisteren
Ook al is ons automatische luisterreactie een diep ingesleten breinpad en doen we dat steeds als eerste, we kunnen leren om ruim en open te luisteren. Ons brein is plastisch, hoe oud we ook zijn, en we kunnen nieuwe breinpaden aanleggen. Hoopvol en erg de moeite waard.

Verbindend luisteren in en met de natuur
In de volgende coachwandeling zegt Laura: ‘Oda ik ben zo blij met mijn nieuwe manier van luisteren. Nu hoorde ik coachee P dezelfde dingen zeggen over haar man en leidinggevende, maar omdat ik echt ontspannen luisterde, echt nieuwsgierig was en haar zag en hoorde, brak ze open, ze huilde. Ze realiseerde zich dat ze zelf vecht tegen haar man en leidinggevende. Ze zag haar veeleisendheid. Ze was blij met dit inzicht en we onderzochten samen wat ze wèl zou willen, hoe ze wel zou willen zijn. Ze begint met een gesprek met haar man waarin ze graag naar hém wil luisteren. En ze ziet nu ook allemaal dingen die ze aan hem waardeert. Ze houdt van hem. Het was alsof de dingen op zijn plek vielen. Prachtig.’

Training Wandelcoaching bij Tegenwind
Loop je soms vast in je coaching? Dat je even niet meer weet welk pad je in wilt slaan met je coachee? Dat je twijfelt of je wel voldoende in huis hebt. Je stoort je en kunt je adviezen niet meer voor je houden. Dat is heel gewoon. In de training ‘Wandelcoaching bij Tegenwind’ ontdek je hoe je, als je getriggerd wordt door stressvolle gedachten en gevoelens, kunt schakelen naar rust en verbindend luisteren. En hoe je vanuit deze krachtige verbindende positie de ander echt ondersteunt tot nieuwe stappen in zijn leven.

Bron:[1] Scharmer, C. Otto (2009), Theory U, Leiding vanuit de toekomst die zich aandient, Christofoor

De waarde van de natuur voor zorginstelling Sensa Zorg

De waarde van de natuur voor zorginstelling Sensa Zorg

Sensa Zorg heeft Groene zorg als innovatieve methode in de schijnwerpers gezet. De teams van Amsterdam-Amstelland en Kennemerland nemen sinds twee jaar cliënten mee naar buiten. De ambulante begeleiders volgen trainingen in het begeleiden van cliënten in de natuur bij trainer Oda Salomons. Lees hier wat hen beweegt.

‘We komen makkelijker met cliënten in gesprek als we buiten wandelen. Ik kom zo sneller achter de hulpvraag’ vertellen de ambulante begeleiders van teams Amsterdam-Amstelland mij tijdens de online training ‘De waarde van de natuur in het jeugd- en gezinswerk en werken met volwassenen’. Het klinkt wat tegenstrijdig: een online training over de waarde van de natuur, in coronatijden bleek het echter een waardevol alternatief.

Als natuurtrainer neem ik, Oda Salomons, de Amsterdamse teams mee de natuur in om groene zorg te faciliteren zodat Sensa Zorg medewerkers hun cliënten op regelmatige basis in de natuur gaan begeleiden.

‘Oda, de eerste keer dat je ons vroeg om op een grasveld onze ogen dicht te doen en je een visualisatie met ons deed, vond ik dat wel heel vreemd hoor. Stel dat er een hond aankomt. Of dat andere mensen naar ons kijken?vertelde een van de ambulante begeleiders mij van de week.
‘En als ik het al vreemd vindt, wat zullen cliënten dan vinden?’

Avontuurlijk pad

Ja, cliënten begeleiden in de natuur is een avontuurlijk pad, waarbij je misschien nog niet precies weet hoe je jezelf in beweging krijgt, laat staan de cliënten. Obstakels op het pad zijn: Ga je ook als het regent of stormt? En er zijn zoveel praktische zaken, er is te weinig tijd om buiten te wandelen. Ook lopen begeleiders tegen culturele verschillen aan. Het ritueel is bijvoorbeeld dat we samen rond de tafel zitten, koffiedrinken en koekjes eten, cliënten willen dan echt niet mee naar buiten. Wat is het doel?

We zijn samen op ontdekkingstocht hoe we cliënten meer mee naar buiten kunnen nemen. We onderzoeken de vraag: wat verstaan we eigenlijk onder groene zorg, is dat ook buiten op een bankje zitten? En hoe dat je dat: werken vanuit de kracht van de natuur: ontdekken, ervaren en leren hoe de natuur kan versterken op emotioneel, mentaal, fysiek en sociaal gebied?

We zijn op zoek naar nieuwe rituelen – hoe wordt het gewoner voor begeleiders en cliënten om wel naar buiten te gaan?
‘Ik zeg gewoon dat we samen een boodschap doen, zegt een andere begeleider. Ik was mij er eigenlijk niet van bewust dat dit ook al groene zorg is,’ vertelt ze tijdens de focusgroep die we organiseerden rond het project voor het implementeren van groene zorg in de reguliere werkprocessen.

Wat doe jij al aan groene zorg?

Het is goed om te weten dat in het onderzoek naar het groene zorg je drie fasen kunt onderscheiden van het effect van de natuur op onze gezondheid:

Fase 1: Kijken naar de natuur

Alleen al het kijken naar de natuur heeft een positief effect op de gezondheid. Onderzoek toont aan dat zelfwaardering toeneemt, cognitief functioneren en stemming verbetert, en het heeft een kalmerende invloed.
Sensa Zorg heeft bijvoorbeeld al prachtige mos-schilderijen aan de muur hangen. Ambulante begeleiders komen echter vaak bij de mensen thuis, hoe kun je dan mensen in huis verbinden met de natuur? Wat is de eerste stap voor het vergroenen van de ruimte? Voorbeelden zijn: even de ramen openzetten voor een frisse wind in huis. Vragen naar hoe de natuur voor de cliënt een veilige plek was toen hij of zij jong was en hiermee verbinden. Welke activiteiten deed de cliënt graag als jong kind? Zo maken ze weer contact met hun speelse vrije kant.

Fase 2: In de natuur / buiten zijn

Dicht bij de natuur zijn verbetert de algemene gezondheid, vooral voor lager sociale economische groepen, zoals oudere mensen, hoewel zij vaak minder toegang hebben tot de natuur.

Fase 3: De natuur als behandelkamer – interactie met de natuur

Outdoor oefeningen, oefeningen in een natuurlijke omgeving leiden tot een toename van gevoelens van vitaliteit, de energie en positieve sociale betrokkenheid nemen toe.
De spanning neemt af en ook gevoelens van verwarring, woede en depressie.

Omgang met dieren heeft een kalmerend effect, vooral bij mensen die blootgesteld zijn aan traumatische gebeurtenissen. Het verlaagt de bloeddruk en toename fysieke gezondheid. Zowel voor volwassenen als kinderen.

Self-care voor zorgprofessionals

‘Ik vraag soms ook aan mijn cliënten of ze voor mij een wandeling buiten willen maken. Ik merk dat het mij heel goed doet,’ vertelt een ambulante begeleider.
Uit veel onderzoek blijkt dat alleen het wandelen in de natuur al stressverlagend werkt. Daarbij zijn er ook steeds meer positieve geluiden onder zorgprofessionals, die zelf stress en burn-outklachten ervaren, dat het in de natuur begeleiden van cliënten bijdraagt aan hun eigen gezondheid en welbevinden, wat een voorvereiste is voor een optimale kwaliteit van zorg.

Meer lezen?

Wil je nog meer lezen over wat de wetenschap heeft ontdekt over het effect van de natuur op onze gezondheid? Lees mijn blogs rewildyourself.nl.

Oda Salomons,
Coach, trainer, psycholoog
RewildYourself.nl
06 41 86 75 01

Over Oda Salomons

Trainingen Begeleiding in de natuur

Oda Salomons is wandelcoach, natuurtrainer en psycholoog. Voor Sensa Zorg geeft Oda sinds september 2020 de trainingen ‘Begeleiding in de natuur’. Ze doet dat vanuit haar bedrijf Rewild Yourself, met als kernactiviteit: hoe kunnen we ons verbinden met de natuur? We zorgen voor de dingen waar we een band mee hebben. In de natuur verbinden mensen zich sneller met zichzelf, de ander en de omgeving. Zo kan de natuur een veilige en ondersteunende ruimte zijn om te leren, en tot bloei te komen.

Groene Zorg toolkit

Oda Salomons is als implementatie- en opschalingscoach sinds december 2020 betrokken bij het project ‘Groene Zorg toolkit’. Centraal staat hierin de vraag: hoe kunnen we groene zorg inbedden in de reguliere processen op een manier die het werken met groene zorg voor ambulante begeleiders faciliteert? Hiervoor doen we onderzoek samen met onderzoekers van Wageningen University & Research. Zorgconsulent Latifa Atmani heeft hiervoor subsidie aangevraagd en gekregen van ZonMw, de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie.

Hoe kun je als wandelcoach mensen professioneel begeleiden met burn-out?

Hoe kun je als wandelcoach mensen professioneel begeleiden met burn-out?

Kun je als wandelcoach iemand professioneel begeleiden met een burn-out? Als coach mag je immers geen diagnose stellen. Hoe kunnen we mensen dan helpen? Dat zijn vragen waar veel wandelcoaches mee worstelen. Coaches krijgen in de media regelmatig het verwijt dat iedereen zich maar coach mag noemen en dat ze maar wat doen.
Oda Salomons is wandelcoach, psycholoog en trainer en geeft bij Het Coachbureau van Hilde Backus de verdiepende training Wandelcoaching bij stress en burn-out. Oda schreef dit artikel en helpt je keuzes te maken.

Robert

‘Mijn burn-out was vijf jaar geleden en ik ben nog steeds niet de oude,’ vertelt Robert. Het is een warme zomerse avond in juli. Ik heb vakantie en zit met twintig andere gasten aan het diner op een heerlijke plek in de Ardèche, bovenop een berg met uitzicht op het groene dal. De wind neemt een vleugje tijm mee, vermengt met frisse dennengeuren. Robert is hier samen met zijn vrouw en pubers; een lieve vriendelijke man. Mijn hart gaat naar hem uit.

‘Ik kon niet meer terug naar mijn oude baan, alleen de gedachte gaf me al stress. Nu kan ik nog steeds mijn hoofd moeilijk bij dingen houden en ik kan best weinig hebben,’ vertelt hij verder. ‘Als ik bijvoorbeeld met de auto verkeerd rij, word ik soms woedend. Ik ga schelden, over de trambaan rijden. Waar ik zo van baal is dat ik dan ook sta te brullen tegen mijn kinderen. Zo was ik eerder nooit.’

‘Sorry hoor,’ zegt hij, ‘jij bent toch burn-outdeskundige?’
‘Ja,’ lach ik, ‘ik heb me er flink in verdiept, opleidingen gevolgd en ondertussen ook al behoorlijk wat mensen weer op weg geholpen. Ik geef er ook trainingen in. Ik vind het een bijzonder interessant thema.’

Robert vertelt dat hij al een tijd bij een psychiater loopt en al veel therapieën achter de rug heeft.
‘Weet je hoe het werkt met stress?’ vraag ik.
‘Eh, nee, klinkt ingewikkeld,’ zegt hij met een zucht. Ik weet wel dat ik rust moet nemen, een programma moet aanhouden, maar ik heb ook ADHD en zo’n programma lukt me niet. Ik houd het niet vol. Ik ben nu begonnen met het ontwerpen van lampen. Ik zit dan zo heerlijk in een flow te werken, weet je, dan wil ik helemaal niet stoppen.’
‘Zal ik je later deze week wat vertellen over het stress-systeem, het is eenvoudig hoor,’ vraag ik? Dat wil hij wel.

Stress is goed

Later die week zitten we met een groep gasten op een idyllisch plekje aan een groen bassin met ijskoud water en een klaterende waterval, na een sprookjesachtige tocht langs wilde orchideeën, kastanjebomen, paarse klaver en fluitenkruid. Esther, de vrouw van Robert en ik hebben net de kou getrotseerd en zijn het water in gedoken om de waterval te zien. Als we op het gras neerploffen vragen ze me meer te vertellen over hoe dat nou werkt bij stress.

Elke waarneming gaat eerst langs de checker in ons brein. Dat is een soort veiligheidsfilter die checkt: is de situatie bedreigend of niet? Bij enige vorm van bedreiging ontstaan gevoelens van woede, angst of walging. Dat is een heel normale reactie op het waarnemen van bedreiging. Sterker nog, het is essentieel voor onze overleving. De vecht- of vluchtreactie gaat aan. Net zoals bij Robert achter het stuur de vechter in hem wakker wordt.

Onze hersenen geven direct signalen af aan ons lichaam, de stresshormonen nemen toe. Adrenaline om snel in actie te komen en cortisol om gedurende langere tijd in de actiestand te kunnen staan. Het lichaam komt in een staat van paraatheid. We zijn alert, hebben een hyperfocus, allemaal heel behulpzame reacties in een bedreigende situatie. Stress is daarmee ook goed voor ons, het zet je op scherp, maakt je sneller en alerter.

Ons stress-systeem is aangepast aan overleven op de Savanne

Een heel behulpzaam systeem dus, maar het is bij veel mensen over-ontwikkeld. In de training ‘Wandelcoaching bij stress en burn-out’ bespreken we wat het betekent om in een op prestatiegerichte en competitieve omgeving te werken, terwijl we floreren als we samenwerken en elkaar ondersteunen. De maatschappij is veeleisend en we zijn dat zelf ook. Dat voelt vaak als bedreigend. We schieten in de stress. We leven met een stress-systeem dat niet is aangepast aan het huidige hectische leven, het is nog hetzelfde als toen we rondzwierven over de Savanne. Als het systeem altijd aanstaat, ga je je steeds naarder voelen, het lukt soms niet meer om te ontspannen, voor jezelf op te komen of om helder na te denken.

Als je chronisch gestrest bent, raak je nog eerder gestrest. Je bent al geïrriteerd bij alledaagse situaties of je wordt woest of schrikt je kapot. Als je collega iets vraagt, kun je al uitvallen. Als je moet kiezen tussen wel of niet een weekend weg, kun je eeuwig twijfelen en misschien wel in huilen uitbarsten. Je systeem is zo overbelast geraakt dat iedere kleine verandering of keuze voor paniek kan zorgen. Achteraf kun je vaak wel een goede reactie bedenken, maar op het moment zelf niet.

Het kalmeringssysteem aanzetten

Esther en Robert kijken elkaar aan. ‘Je bent ongelooflijk lief,’ zegt Esther, ‘maar we hebben last van je onverwachte woede-uitbarstingen. Het is zo lastig om er met je over te praten.’
Robert streelt de kop van zijn hond. ‘Ik weet dat ik onredelijk ben. En ik kom haast niet tot rust als ik zo woest ben.’

De eerste stap is leren herkennen dat je je bedreigd voelt door iets of iemand. En dan je kalmeringssysteem aanzetten. Dat begint met een paar keer rustig adem te halen.
Ons kalmeringssysteem is het gebied van het zijn, je verbinden met anderen, en een activiteit doen waarvan je tot rust komt. Voor iedereen is dat weer iets anders: met de groep in de natuur zijn en lekker op het gras liggen, een wandeling maken, een berg beklimmen, een boek over de Romeinen lezen.

De hond van Robert ploft na een verkenningsrondje weer naast hem neer en hij aait de hond die tevreden bromt. Robert kalmeert van de hond, en van het wandelen door het bos, geeft hij aan. Ook is hij met een vriendengroep een bedrijf begonnen, met zijn handen is hij nu mooie lampen aan het creëren, wat hem veel voldoening geeft.

Wat voeg je toe als wandelcoach?

In de training ‘Wandelcoaching bij stress en burn-out’, stel ik graag de uitdagende vraag: kun je wel iemand coachen met een burn-out? Als coach mag je immers geen diagnose stellen, hoe kunnen we mensen professioneel helpen? En als mensen er ernstig aan toe zijn, mág je ze dan wel helpen? Dat zijn de vragen waar veel wandelcoaches mee worstelen. Coaches krijgen in de media regelmatig het verwijt dat iedereen zich maar coach mag noemen en dat ze maar wat doen.

Wat is je expertise?

We komen er tijdens de training op uit dat het belangrijk is om onderscheid te kunnen maken tussen wat bij jouw expertise hoort en wat niet, en dat goed af te bakenen. Als professioneel coach ga je geen trauma of depressie coachen, dat is een grens. Je verwijst je coachee naar de huisarts die beoordeelt wat er nog meer nodig is. Weet dus helder wat jouw expertise is, zoals weten wat een burn-out nu eigenlijk precies is, begrijpen hoe het stress-systeem werkt, weten in welke fasen iemand in een burn-out raakt, je coachees vruchtbaar kunnen begeleiden bij het herstel zodat ze weer regie krijgen over hun leven. En begrijpen hoe de natuur werkt.
Onderzoek, literatuur over chronische stress en mijn coachervaring ermee, wijzen erop hoe belangrijk het is om eerst aan fysiek herstel te werken, de overleefrespons leren herkennen en afremmen, zodat mensen zich weer veilig in hun lijf gaan voelen.** Dat is ook het expertisegebied van de wandelcoach bij chronische stress.

We bespreken in de training dat wanneer je kijkt naar de tijdlijn verleden, heden en toekomst, de professionele wandelcoach zich bevindt in het gebied tussen heden en toekomst. Waar sta je nu en waar wil je naar toe? Natuurlijk hebben we aandacht voor belemmeringen, maar altijd in relatie tot hoe ze in het heden een belemmering vormen om in beweging te komen.

Wandelen

Vrijwel elke wandelcoach die mensen met chronische stress en burn-out begeleidt moedigt hen aan om elke dag te wandelen, omdat dit een van de effectiefste manieren is om stress te verwerken. Maar je kunt wel zéggen dat mensen moeten gaan wandelen, effectiever is het om dit samen met je coachees te gaan doen. Dat is precies het gebied waar wij als wandelcoaches het onderscheid maken. Je kunt daardoor heel goed paden naast elkaar laten bestaan, de psycholoog (of andere hulp) en de wandelcoach. Door het wandelen ervaren coachees direct het effect van de natuur op hun zenuwstelsel. Laten ervaren (experiential learning) is een van de krachtigste manieren van leren.

Natuur

Als wandelcoach werk je aan de basis van het probleem: gezond omgaan met stress en je weer veilig leren voelen. Naast bewegen is de natuur hierbij behulpzaam. Wandelen in de natuur zet het kalmeringssysteem aan, soms meteen en soms helpt het je coachee om (thuis) wat langer te wandelen. De aandacht raakt meer open, de natuur roept niet dat je van alles moet er is ruimte voor creativiteit. In de natuur voelen we ons vaak veilig en verbonden en dat remt dat je je bedreigd voelt. Je coachee krijgt weer zin om mensen te ontmoeten, bloeit op en zet stappen op het pad van herstel.

De schakelaar ontdekken

Een paar dagen later spreek ik Robert weer. De diepe lijnen in zijn gezicht lijken wat verzacht. We bungelen met ons benen in het zwembad, de zon schijnt en onze gastheer Roel brengt ons een feestelijke cocktail Ballon cuarenta y tres.
‘Weet je, ik krijg het wat beter door wanneer ik me bedreigd voel,’ zegt hij. ‘We gingen vandaag kajakvaren op de Gorges de lʼArdèche. We naderden een smalle stroomversnelling, plots duikt een kajak naast me op en haalt me in. Ik schrok me kapot en werd meteen woest, want nu kon ik er niet door! Ik begin de man uit te schelden. De man keert zijn boot en vaart mijn kajak klem tussen de rotsen, ook dat nog. Op dat moment realiseer ik me dat ik aan het vechten ben. Ik haal een paar keer diep adem, excuseer me en leg uit dat ik van hem schrok. Ik baal nog wel dat hij me klem zette tussen de rotsen, want met veel moeite kreeg ik de kajak er weer tussenuit.’

Tweedaagse Training Wandelcoaching bij stress en burn-out op data

De coronacrisis hakt er bij veel mensen in: 16% procent is uitgeput vanwege de hoge werkdruk en 11% procent zit tegen een burn-out aan. Bij 21% is het ziekteverzuim op het werk gestegen blijkt uit recent onderzoek van het CNV*. Schokkende cijfers worden het genoemd. Dat betekent dat meer dan een miljoen medewerkers onder hoge druk staan. Ook veel zorgpersoneel zit heeft vermoeidheids- en burn-outklachten.
Mensen zijn gebaat bij een wandelcoachtraject, ze leren gezond omgaan met stress. De tweedaagse training ‘Wandelcoaching bij stress en burn-out’ is een evidenced-based methode voor wandelcoaches om coachees met stress en burn-out professioneel te begeleiden. Het is een verdiepende training voor jou als je de Wandelcoach Opleiding volgt of volgde. Wil je meedoen? Op 6 en 27 november is de volgende training weer. Welkom! Meld je hier aan.

Bronnen:
*//www.cnvconnectief.nl/nieuws/onderzoek-cnv-werkdruk-hoger-dan-ooit-door-coronacrisis/
**Gilbert, Paul (2010), The Compassionate Mind, A New Approach to Life’s Challenges, Little Brown UK.
Gilbert wordt beschouwd als dé expert op het gebied van depressie en compassie. Hij onderzoekt in dit boek waarom we vanuit een evolutionair en sociaal perspectief zo sterk reageren op bedreigende situaties. In het eerste deel schrijft hij over het wetenschappelijk onderzoek naar compassie en legt hij uit hoe ons gevaar/zelfbeschermingssysteem, jaagsysteem en kalmeringssysteem werken. In het tweede deel geeft hij veel voorbeelden en inspirerende oefeningen hoe we onze mind kunnen trainen om meer compassie te voelen met onszelf en de ander.

Spreekt deze informatie je aan?

Misschien ben je geïnteresseerd in een coachtraject? Of een training op maat?

Neem contact op met Oda Salomons voor een gratis kennismakingsgesprek:

oda@rewildyourself.nl

+31 6 4186 7501

Voel juist niet wat een ander voelt!

Voel juist niet wat een ander voelt!

Waarom empathie voor professionals in de zorg de snelweg is naar een burn-out

Aan mijn coronapatiënt, een gezonde dertiger, moest ik bij opname op de intensive care vertellen dat er een kans was dat hij zou overlijden, vertelt de intensivist van een covid-afdeling aan De Volkskrant. Zijn patiënt begon heel hard te huilen en zei: ‘Ik heb een kind, dat kan niet.’

Op dat moment moest de arts even de kamer uit. ‘Ik heb een kind van dezelfde leeftijd. Maar de patiënt zat met zijn eigen emoties. Hij hoeft niet te zien dat ik die ook had.’

De dertigjarige patiënt is overleden.

De arts vertelt dat hij slecht heeft geslapen, hij vraagt zich af: ‘Wat hebben we gemist? Heb ik iets over het hoofd gezien? Er is soms geen peil te trekken op deze ziekte. Dit zijn de momenten waarop ik breek.’

Professionals in de zorg doen hun uiterste best om het menselijk leed te verlichten. Tegelijkertijd is er veel leed dat niet weg te nemen is. Invaliditeit, blijvende klachten na een behandeling, chronische ziektebeelden, overlijden van de patiënt, dat zijn vormen van leed die zorgverleners niet weg kunnen nemen. Hoe ga je als zorgverlener hiermee om?

De verhalen over de zorg aan coronapatiënten raken mij ook. Wat me opvalt aan het verhaal van de intensivist is hoe hij geconfronteerd wordt met zijn eigen emoties. Dat blijkt ook uit een onderzoek naar werkdruk van het CBS en TNO. Artsen staan in de top drie van beroepen met de hoogste werkdruk (samen met onderwijzers en koks), waarbij ze aangeven dat naast de lange werkweken die ze maken, het vak vooral emotioneel zwaar is. De zorgsector stond al lange tijd onder de druk, 15% heeft symptomen van burn-out, ze slapen slechter, piekeren veel, voelen zich emotioneel en mentaal uitgeput en leeg aan het eind van de werkdag.

Empathievalkuil
Wat zorgt ervoor dat het vak emotioneel zwaar is? En hoe kunnen zorgverleners zichzelf beschermen tegen hun emotionele reacties? Veel zorgverleners krijgen in hun opleiding geleerd hoe belangrijk het is om empathie te hebben met hun patiënten. Maar wat is het effect van empathie? De intensivist dacht aan zijn eigen dochter, hij ging in de schoenen van de jonge vader staan, en voelde welke heftige emoties dit teweegbracht waardoor hij de kamer verliet. Misschien denk je: dat is toch mooi, een arts die zo meevoelt met zijn patiënt.

Empathie put ons echter uit en is de snelweg naar burn-out, betoogt Yalepsycholoog Paul Bloom in zijn boek Against Empathy, the Case for Rational Compassion,Bloom is gespecialiseerd in de ontwikkeling van en het vermogen om onszelf en anderen te begrijpen, Hoe kan het dat zo’n prachtige eigenschap ‘je inleven in anderen’, door velen gezien als de ultieme bron van goedheid, zulke desastreuze gevolgen kan hebben?

Belangrijk om te noemen hier is wat we onder empathie verstaan. Empathie wordt meestal onderscheiden in emotionele en cognitieve empathie. Bij emotionele empathie voel je mee wat de ander voelt. Bij cognitieve empathie probeer je te begrijpen wat er in iemands hoofd omgaat, wat geeft hen pijn, verdriet, vreugde, zonder het zelf te voelen.

Voelen wat een ander voelt
Laboratoriumstudies laten zien dat wanneer mensen gevraagd wordt te voelen wat een ander voelt, de ervaring hen vaak ongelukkig en somber achterlaat. Breinonderzoeker Tania Singer ontdekte dat in het brein verschillende gebieden worden opgelicht bij voelen wat een ander voelt of begrijpen wat een ander voelt (cognitieve empathie).

Voor een studie vroeg Singer een groep proefpersonen iedere dag met gesloten ogen een kwartier lang empathie te voelen. Na die week stonden ze veel somberder in het leven. Als ze de proefpersonen vervolgens vraagt om niet in de schoenen van de ander te staan, maar compassie te voelen: emotioneel afstand houden en tegelijkertijd zo veel mogelijk warmte, zorg en liefde op te roepen, voelen ze zich een stuk beter.

Empathie en compassie in het brein
Singer zag dat in het brein totaal andere delen werden geactiveerd. Empathie activeert vooral de ‘anterior insula’ (het gebied dat zintuiglijke prikkels samenbundelt binnen een emotionele context). Bij compassie lichtte echter de ‘corpus striatum’ en de ‘orbitofrontale cortex’ op. Dit laatste gebied wordt ook wel de dirigent van ons brein genoemd. Het is het gebied van plannen, prioriteiten stellen, aandacht erbij houden, angst en paniek in toom houden, verleidingen weerstaan en adequaat reageren op stressvolle gebeurtenissen. Als we het leed van anderen voelen, raken we zelf gestrest en hebben we minder toegang tot dit deel van ons brein. Zo werkt onze overlevingsrespons.

Als de checker in ons brein een situatie als bedreigend markeert, slaat het vecht- en vluchtsysteem aan om ons voor te bereiden op actie. De pijn van anderen voelen werkt zoals een schakelaar in het brein: we voelen de emoties in ons lichaam en de toegang naar het denken raakt geblokkeerd. We schakelen over op onze automatische respons: vechten, vluchten of bevriezen.

Ik voel je pijn
Volledige emotionele empathie in de zin van ‘Ik voel je pijn’ is vermoeiend en uitputtend. Zo worstelen meevoelende en zorgverleners met hun beroep. En helpt het wel? Als we onszelf voorstellen in die situatie en aannemen dat de andere persoon hetzelfde zal voelen, dan neem je aan dat de ander gelijk aan jou is, en dezelfde ervaring zal hebben. Zegt het niet eerder iets over hoe wij de situatie beoordelen?

En als plaatsvervangend lijden de uitkomst is van empathie, is het dan een kracht om anderen te helpen? Zoals we zagen bij de arts die meevoelde met zijn patiënt en heel respectvol de kamer verliet, raken we eerder van streek door onze emoties. Het emotionele leed van anderen voelen brengt ons in een hoge staat van arousal, waardoor we moeilijker helder kunnen nadenken.

Kalm, professioneel, respectvol
Als we niet meevoelen met anderen, zijn we robotten, dan gaan we niet een band aan met onze patiënten of cliënten, werp je als zorgprofessional misschien tegen. Maar is dat zo? Mensen in nood willen respect, compassie, vriendelijkheid en aandacht. We willen dat de ander kalm is wanneer wij bang zijn, weten wat hen te doen staat, wanneer wij onzeker zijn. Als ik op de trauma-afdeling aankom, vraag ik niet om empathie met mijn leed, maar om actie om mij te redden, om mij juist te zien als een probleem dat opgelost moet worden om zo de best mogelijke zorg te kunnen geven.

We kunnen betrokken zijn bij de ander en begrip hebben, terwijl we tegelijkertijd emotioneel afstand houden van onze eigen gevoelens. Dit is een vaardigheid die je kunt leren. Wat we verstaan onder empathie – vriendelijkheid, compassie, sociale intelligentie – kunnen we bereiken door onze compassie te trainen. Het is bovendien niet zo dat empathie automatisch leidt tot vriendelijkheid, het is eerder zo dat het zich verbindt met vriendelijkheid die al bestaat, schrijft Bloom. Empathie maakt vriendelijke mensen betere mensen omdat vriendelijke mensen anderen niet willen zien lijden en empathie zet een spotlicht op het lijden van anderen. Empathie laat je lijden wanneer je geconfronteerd wordt met degenen die lijden, wat kosten met zich meebrengt en je minder effectief maakt in het helpen. Daarom werkt een empathietraining niet, en is een compassietraining superieur, betoogt Bloom.

Compassie daarentegen stimuleert prosociaal gedrag, je vergroot positieve gevoelens en veerkracht, dit bevordert het omgaan met stressvolle situaties. Dit is niet alleen gunstig voor de professionele hulpverlener, het helpt bij stresvolle omgeving in het algemeen.

Compassie heeft alle voordelen van empathie, zonder de nadelen
Een arts vertelt Bloom in zijn onderzoek naar empathie in de medische context: ‘Ik dacht dat ik minder behulpzaam zou zijn als ik mijn emotionele reactie op pijn af zou sluiten. Het verschil tussen empathie en compassie helpt me begrijpen dat emotioneel afstand houden geen slecht persoon van me maakt. Het is een opluchting dat ik actief mijn emotionele reactie af kan sluiten, zonder mijn compassie te verliezen.’

Compassie is een vaardigheid die je kunt leren
Centraal hierin staat het woord aandacht. Als je het verhaal van je patiënt hoort, waar gaat je aandacht naar toe, naar wat zijn verhaal in jou te weeg brengt? Dat is je automatische reactie, je inlevingsvermogen wordt geactiveerd. Je herkent dat je je naar en vervelend gaat voelen.

Het is de kunst om je aandacht weer naar de ander te brengen, dat kan bijvoorbeeld door de methode van actief luisteren: luisteren, samenvatten en doorvragen, herhalen wat de ander zegt, stilte laten vallen en doorvragen.

Diverse technieken die je kunt trainen:

  1. Leren herkennen wanneer het automatisme ‘voelen wat de ander voelt’ aangaat. Waar voel je het leed van de ander in je lichaam?
  2. Labelen van je reactie. ‘Ah, mijn empathieknop gaat aan, herken je emotionele reactie, benoem hem en ga naar stap 3.
  3. Aandacht naar de ander door actief te luisteren. Dit is je professionele houding, zo stap je in een gesprek: vriendelijk, medelevend, gericht op de feiten, samenvatten, eventueel doorvragen. En tegelijkertijd:
  4. Moed oefenen. Moed om te doen wat nodig is, soms in het belang van iets groters dan deze ene patiënt.
  5. Voel mee met de ander: maak contact met gevoelens van zorgzaamheid, warmte, vriendelijkheid, liefde.

Hoe ga je om met je emotionele reactie?
* herken je emotionele reactie op het leed van de ander
* neem een pauze. Voel je voeten op de grond. Richt je aandacht op je ademhaling.
* sta jezelf toe te voelen wat je voelt, zonder het te willen interpreteren, analyseren
* in deze ruimte tussen stimulus en respons kies je of je de bekende route neemt of een nieuwe route die je helpt wat afstand te houden tot de emoties van anderen.

Wanneer leef je te veel mee? Herken je jezelf in deze uitspraken?

  • de behoeften van andere mensen zijn belangrijker dan die van mij
  • ik kan geen nee zeggen als iemand mij om hulp vraagt
  • ik maak me vaak zorgen over de problemen van anderen
  • ik zorg goed voor anderen, anderen zorgen niet voor mij
  • ik voel me ongemakkelijk als ik steun krijg

Spreekt dit artikel je aan? Oda Salomons is coach, trainer en psycholoog. Ze is gespecialiseerd in het begeleiden van professionals in de zorg op het gebied van stress en burn-out. Neem contact op voor een individueel coachtraject of een training op maat.

Bronnen:

  • Bloom, Paul. (2016). Against Empathy: The Case for Rational Compassion. Ecco
  • Effting, Maud en Willem Feenstra, (19 april 2020), Als de maskers afgaan, spreken de gezichten, De Volkskrant
  • CBS (2017), Koks voelen meeste druk om snel te werken, //www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/14/koks-voelen-meeste-druk-om-snel-te-werken
Waarom helpt wandelen in de natuur om beter te slapen?

Waarom helpt wandelen in de natuur om beter te slapen?

Ons lichaam reageert op daglicht en maakt hormonen aan als het donker wordt, waardoor we slaperig worden. Daarom zijn we in de winter vaak vermoeider dan in de zomer. Buiten wandelen helpt om voldoende daglicht op te vangen en zo onze interne klok in stand te houden. Door kunstlicht en een onregelmatige levensstijl raakt de innerlijke klok verstoord.

Chronobiologen hebben ontdekt dat het menselijk lichaam door ritmes wordt gedirigeerd, zoals het dag- en nachtritme, maanritmes, seizoensritmes en jaarritmes. Verstoringen van de biologische klok kunnen niet alleen het slaapritme verstoren, maar hebben ook gevolgen voor gedrag, hormoonhuishouding, lichaamstemperatuur, bloeddruk en spijsvertering. Kortom: een goede werking van de klok is cruciaal voor een goede gezondheid.

Hoe zorg je voor een goede werking van de biologische klok?
* Daglicht houdt onze interne klok in stand. Daglicht geeft ons energie en het zorgt voor aanmaak van melatonine in de avond, waardoor we makkelijker in slaap vallen. 
* Natuurlijke geluiden en beelden zetten ons parasympathisch zenuwstelsel aan, waardoor we vertragen. Beelden en geluiden uit een kunstmatige omgeving activeren juist ons vaak overbelaste sympathisch zenuwstelsel, dat zorgt voor psychologische en fysiologische stress. In de natuur kom je dus sneller tot rust en volgen we meer onze innerlijke ritmes.
* Door blootstelling aan natuurlijk zonlicht te verhogen, en die van elektrisch licht te verlagen, kan de interne klok verzet worden.
* Een ochtendwandeling helpt bij het reguleren van het slaaphormoon melatonine. Een avondwandeling kan je helpen om sneller in te slapen. De beweging en het feit dat je even je hoofd leegmaakt helpen je om sneller in slaap te vallen. Diverse studies hebben aangetoond dat een avondwandeling goed is voor je bloeddruk en je slaappatroon kan verbeteren. Maak er een gewoon van om voordat je naar bed gaat even een ommetje te maken. Het werkt ontspannen en je duikt stressvrij, vermoeid je bed in.

Wil je ook beter slapen?
Geef jezelf op voor de training ‘Beter slapen? Volg je slaapritme’

Bronnen: * Persbericht Nobelprijswinnaar biologische klok 

*  Jules Pretty, Mike Rogerson and Jo Barton, Green Mind Theory: How Brain-Body-Behaviour Links into Natural and Social Environments for Healthy Habits, Int. J. Environ. Res. Public Health 2017, 14(7), 706; doi:10.3390/ijerph14070706 //www.mdpi.com/1660-4601/14/7/706/htm